donderdag 10 januari 2013

Trying to figure it out together, HSRI over 2nd Story

Dinsdagochtend zijn we op bezoek bij het Human Services Research Institute (HSRI). We zijn met hen in contact gekomen via het 2nd Story Respite House (zie ook deze prachtige video), waar wij over twee weken op bezoek gaan. Het HSRI doet daar een evaluatieonderzoek. Wij spreken met Bevin Croft, Dow Wieman & David Hughes, respectievelijk onderzoekers & vice-president bij HSRI. 
Het HSRI is een value-based not-for-profit organization, gericht op het uitvoeren van ontwikkel-evaluatie onderzoek op wetenschappelijke basis. Ze doen onderzoek naar praktijken voor mensen met een verstandelijke beperking, verslavingsproblematiek of psychische aandoeningen. Bevin Croft is de hoofdonderzoeker binnen dit project. Zij is bezig met een PhD, waarin zij zich richt op de ontwikkeling van self-directed care en self-determination. 2nd Story past daar goed bij. Zij nemen de filosofie ook mee in de uitvoering van het onderzoek. Zij hebben een aantal enquêteurs aangenomen die zelf een peer-achtergrond hebben en nu voor HSRI de data ter plekke verzamelen. Het was een uitdaging om deze te vinden, maar in de data die ze terug krijgen is de toegevoegde waarde duidelijk te zien.
Wat zij zien in de geestelijke gezondheidszorg, maar nog meer in de verslavingszorg, is dat mensen zich volledig moeten onderwerpen aan het zorgaanbod, of anders geen zorg krijgen. De reguliere zorg wordt betaald op basis van rigide bureaucratische systemen, die volledige controle willen over het werk van de zorgaanbieders. Dit betekent dat peer-run organisaties in de knel kunnen komen als zij dingen anders willen aanpakken. De enige uitweg is particuliere financiering of financiering op basis van een 'grant', een afgebakende subsidie voor een bepaalde tijd, waaraan veel minder verantwoordingseisen zijn verbonden. 
2nd Story heeft zo'n grant, maar het is nog onduidelijk wat er gebeurt als die afloopt.  De discussie is ook of ze helemaal zelfstandig moeten gaan, of toch verbonden blijven aan een grotere organisatie, zodat ze meer fundament hebben, maar hun bezoekers wel opgenomen worden in het algemene registratie systeem. Andersom is de vraag hoe een peer-run voorziening het systeem beïnvloedt. Het HSRI heeft professionals en aanbieders in de omgeving van 2nd Story gevraagd wat zij vinden van het project. Zij zijn erg enthousiast en zien ook dat sommige mensen die langdurig in het zorgsysteem verblijven zonder vooruitgang, grote baat hebben bij 2nd Story. Probleem is dat het moeilijk is te berekenen hoeveel het kost als iemand jarenlang chronisch gebruik maakt van gezondheidszorg, of op straat zwerft. Daarmee wordt het ook moeilijker om de business case te maken voor deze vorm van ondersteuning, zeker omdat het vaak gaat over lange termijn kosten en baten. 
Binnen het 2nd Story project wordt gewerkt met 'Intentional Peer Support', een poging om gestructureerd vorm te geven aan de ondersteuning die de peers bieden aan gasten. HSRI is bezig deze om te werken tot een competentielijst, die wij hebben mogen inzien maar die nog niet gepubliceerd kan worden. Wel is duidelijk dat dit zeker aanknopingspunten gaat bieden voor de ontwikkeling in Nederland. Shery Mead, mede-ontwikkelaar van het 2nd Story project, heeft al wel wat geschreven over deze benadering, hier. Uiteindelijk wil HSRI een 'manual' schrijven, met lessons learned en tips en trucs. Wij kijken uit naar het verschijnen hiervan.
Andersom is het 2nd Story project aan het zoeken naar de interne organisatiestructuur. Deze begint zich hiërarchisch te ontwikkelen, haaks op de oorspronkelijke doelstelling. Dit komt mede doordat gasten en peers moeite hebben met de transitie van disempowerde, gehospitaliseerde patiënt naar empowerde, coproducerende peer. Het HSRI was dan ook gecharmeerd van het werk wat Michiel doet, als onafhankelijke bewaker van het zelfbeheer, die zorg draagt voor het vasthouden van de doelstellingen en waarden.Ze gaan dit meenemen in hun werk.
Wij kijken uit naar ons bezoek aan 2nd Story, zijn ook benieuwd naar de overeenkomsten en verschillen tussen de indrukken van het HSRI en die van betrokkenen aldaar. Belangrijker is de conclusie dat we op zoek moeten naar een manier om deze uitwisseling structureler te maken. We hebben internationaal zoveel van elkaar te leren, dat het zonde is om daar niet gebruik van. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten