Op de laatste dag van ons bezoek aan L.A. bezoeken wij twee organisaties, the Village en SHARE. Beiden zeer inspirerend en daarom een wat langer verslag.
The Village
Velen die hoorden dat wij vorig jaar door Amerika trokken op zoek naar beloftevolle praktijken drongen ons aan om the Village te bezoeken. Door miscommunicatie en omstandigheden is dat toen niet gelukt, wat ons op veel hoongelach kwam te staan van Amerikanen en anderen. Daarom waren wij er dit jaar extra op gebrand dit project te bezoeken. The Village wordt door vele geroemd als één van de voorlopers in de ontwikkeling van hedendaags denken en werken aan herstelondersteuning, sinds 1990. The Village is onderdeel van Mental Health America Los Angeles, waar ook Project Return veel mee samenwerkt.
Op woensdagochtend is er wekelijks een communitymeeting, waar iedereen die betrokken is bij the Village of simpelweg geinteresseerd is samen komt om en met elkaar nieuws, aankondigingen, ontwikkelingen en hoogtepunten deelt. Zonder dat we het weten is onze aanwezigheid hierbij aangekondigd en terwijl wij wat zoekend door de gang binnenkomen horen we aan het eind van de gang '... some guys from Amsterdam we're supposed to be here, but I don't see them'. Vertwijfeld lopen wij door, om in een afgeladen kantine terecht te komen, waar wij ontvangen worden met luid applaus door de 100 aanwezigen en we ons mogen voorstellen. De bijeenkomst wordt geleid door een charmante dame die met veel humor iedereen stimuleert om mee te doen en vooral te blijven lachen. Aan het eind blijkt dat ze hier serieus over is, want twee gasten die niet genoeg gelachen hebben moeten samen met haar dansen, zodat ze alsnog een glimlach op hun gezicht krijgen.
We nemen plaats naast Paul Barry, directeur van the Village. Hij vertelt deze meetings geinspireerd zijn door het oude gebruik in New England om townhall meetings te houden, waar dorpsbewoners elkaar informeel ontmoeten om de stand van zaken te bespreken, zonder daar verder een formeel besluit over te nemen. Aanwezigen vandaag vertellen over een leuke farmersmarket om de hoek, de lekkere koekjes van de eigen bakkerij (waarvan we een doos meekrijgen) en persoonlijke successen. Jim vertelt zijn verhaal van bezoeker aan the Village, tot bezorger bij het cateringsbedrijf. Zijn collega zegt: 'he always was dependable, he just forgot it, and now he remembers'. Iedereen die wil mag wat zeggen en als blijkt dat een paar mensen jarig zijn wordt een cacafonische, meer stemmige, zeer valse maar erg liefdevolle versie van 'happy birthday' ingezet. We maken ook kennis met het fenomeen 'golden duckies'. Met enige regelmaat worden deze golden duckies uitgereikt, aan mensen die een milestone hebben bereikt, klein of groot, op welk gebied dan ook, om met elkaar vooruitgang te vieren en anderen te inspireren. Ook in andere opzichten wordt gebruikt gemaakt van onderling leren. Zo is bijvoorbeeld de keuken zo ingericht dat mensen die in de kantine zitten zo de keuken in kijken, daar vrienden aan het werk zien en dan soms denken: 'he, dat wil ik/kan ik ook'.
Niet alle verhalen deze ochtend zijn vrolijk, één van de medewerkers vertelt hoe hij recentelijk geslagen is door een deelnemer en zijn twijfels over dit incident. Enerzijds snapt hij de achtergrond van het incident,
anderzijds is de cultuur van non-violence van groot belang. Vanwege eerdere incidenten is de persoon in kwestie geschorst, maar dit staat haaks op de filosofie van the Village, die als een 'island of misfits' een 'place for everybody' wil zijn. Waar kan je nog terecht als je hier niet meer past? 'Some people are to dangerous for us to be welcoming to, but it's a hard reality.' Om toch op een positieve noot te eindigen wordt een spelletje gespeeld waarbij deelnemers een vraag krijgen over the Village en als ze het goed antwoorden een koekje van de bakkerij krijgen. 'Smile, and you'll get a smile back'.
The Village krijgt zoveel verzoeken voor bezoek, dat zij maandelijks een voorlichting organiseren over achtergrond, opzet en werkwijze, in ons geval door Joe Ruiz, die al 28 jaar bij deze organisatie werkt. Het waarom van hun organisatie is simpel: herstel, 'when that thing that used to kick my butt doesn't kick it so much anymore'. Bijbehorende activiteiten zijn onder andere:
- het onder controle krijgen van symptomen zodat deze niet meer dominant zijn (al dan niet met inzet van medicatie als dat bijdraagt aan de kwaliteit van leven);
- ontwikkelen van betekenisvolle activiteiten;
- vergroten van kwaliteit van leven (inclusief bijbehorende risico's, onzekerheden en twijfels);
- werken aan gemeenschapsbetrokkenheid;
- aansluiten bij expertise van persoon, ter beschikking stellen van professionele kennis;
- uitgaan van waar iemand gemotiveerd en enthousiast van wordt, 'a plan for getting started', eerder dan lange termijn doelstellingen. De opmerking 'that's not realistic' is verbannen, dat moeten mensen zelf maar ontdekken (en soms kan het wel).
SHARE
Nog vol onder de indruk van the Village vertrekken we naar de organisatie Self Help And Recovery Exchange (SHARE). We worden ontvangen door Jason Robinson, programma directeur. SHARE heeft drie
locaties, waaronder het ‘hoofdkantoor’, waar we nu zijn. Terwijl we door het gebouw lopen, waar veel loungebanken staan, blijkt dat de ruimtes ook gebruikt worden om een uiltje te knappen: 'find a couch, get some sleep'. Jason vertelt vol trots dat ze nog nooit iemand uit één van de projecten van SHARE hebben hoeven te verwijderen.
In het gebouw is de centrale organisatie gevestigd en wordt daarnaast onderdak geboden aan honderden zelfhulpgroepen, die in kleinere en grotere ruimten bij elkaar komen, variërend van AA (in allerlei sub-groepen) tot LA Play & Script Reading. SHARE organiseert deze groepen niet zelf, maar biedt huisvesting en ondersteuning bij het organiseren, met een basisformat voor het organiseren van een groep en advisering in het positief omgaan met conflicten en groepsprocessen. SHARE vertrekt vanuit de helper-theorie, die stelt dat degene die het meest heeft aan helpen is degene die helpt. Daarom worden mensen aangemoedigd elkaar te helpen, in plaats van dat ze geholpen worden, om zo zelfwaardering, complimenten en positieve ervaringen verwerven. Dit bijvoorbeeld door mensen die nieuw zijn in een groep te vragen om de groep te leiden aan de hand van het groeps-handboek. Hiermee hebben ze een rol en doen ze een positieve ervaring op: ‘hey man, you did great’!
Naast het faciliteren van de zelfhulpgroepen biedt SHARE ook andere services. In hun Recovery Retreat (lijkend op een respijthuis) kunnen om en om een groep mannen en een groep vrouwen twee weken aan hun herstel werken. In het huis zijn twee peers werkzaam, ter facilitering. Zij doen ook de eerste orientatie met gasten, eerst individueel, daarna in de groep: wat willen jullie hier halen, leren? Doelstelling is de groep zoveel mogelijk zelf leidend te laten zijn, in praktische zaken en in groepsregels. Peers richten zich vooral op structuur en sfeer. De doelstelling is om mensen in een groep steunende contacten te laten ervaren en positief sociaal gedrag te leren, bijvoorbeeld door op een andere manier met conflicten om te gaan. Deelnemers zijn gewend dat mensen na een conflict uit hun leven vertrekken, hier leren ze daar anders mee om te gaan. Als peers proberen ze hier zoveel mogelijk volgend en ondersteunend op te stellen, ook soms letterlijk door op de grond te gaan zitten en de groep zelf het gesprek te laten voeren.
Een nieuw project van SHARE is collaborative housing. Voor de meeste daklozen is een zelfstandig appartement in L.A. niet betaalbaar met een uitkering. Daarom benadert SHARE particuliere huiseigenaren die een familiehuis (met vier of vijf slaapkamers) te huur of te koop hebben staan, met de vraag of zij deze willen verhuren aan vier of vijf daklozen. Samen kunnen deze de huur wel opbrengen, met behoud van voldoende leefgeld. De eigenaar krijgt meer huur dan dat hij het aan een familie zou verhuren en meer continuïteit, omdat er altijd een wachtlijst is. Wel betekend dit voor de eigenaar dat hij geen check kan doen op huurder (antecedenten, kredietgeschiedenis, etc.). Tot nu toe is er veel aanbod van huizen. SHARE koppelt aan een huis een peer die het proces van samenwonen begeleidt en mensen toe leidt naar lokale zelfhulpgroepen. Hij onderscheidt drie subgroepen in deelnemers. Eén groep neemt na dat ze een huis hebben gevonden weer contact op met familie of vrienden, soms na jaren, en trekt bij hen in. Een tweede groep heeft moeite met aarden in een huis en verhuist een aantal keer, of besluit ‘this is not for me’. Een derde groep schiet wortel, soms na jaren zwerven, en houdt stabiele huisvesting. Een uitdaging voor peers is dat zij tot op zekere hoogte moeten registreren wat er speelt in de huizen, terwijl dit de gelijkwaardigheid (ik schrijf over jou) in de weg staat.
Basis uitgangspunt voor SHARE zijn ‘tools of the trade’, richtlijnen waarin de basisprincipes van zelfhulp zijn uitgewerkt (tot op zekere hoogte hier beschreven en gebaseerd op o.a. het 12-stappen programma). Het lijkt op IPS, waar we vorig jaar over schreven, al is dat meer gericht op individuele ondersteuning. Het meest radicaal zijn de ‘no cross talk’ bijeenkomsten, waar mensen hun verhaal vertellen zonder dat anderen opmerkingen mogen maken of suggesties mogen doen. Binnen SHARE worden ook wel WRAP groepen aangeboden, maar hij vindt deze te veel georiënteerd op de facilitator. ‘At SHARE, everybody gets to help everybody’. Door de grote nadruk op gelijkheid, ontmoeten in zelfhulpgroepen ook mensen elkaar uit hele verschillende achtergronden, die elkaar ook buiten de groepen helpen, met praktische zaken, of een steuntje in de rug bij spannende gebeurtenissen. Mensen die niet zo goed weten waar te beginnen, kunnen meedoen aan een Rapid Recovery programma, waar aan de hand van de 8 dimensies van welzijn van SAMSHA gekeken wordt wat nodig is.
Jason beschrijft dat het van groot belang is om als peer niet in een conflict verzeild te raken, maar altijd meerzijdpartijdig te blijven. Hij geeft het voorbeeld van een vrouw die klaagt dat ze in haar bil is geknepen door een andere bezoeker. Volgens hem zou je in zo'n geval als peer de vrouw enerzijds de vrouw moeten haar erkennen in haar negatieve ervaring ('that must have been horrible') en tegelijkertijd tegen de beschuldigde, die ontkend, zeggen dat je zo blij bent dat het niet waar is en dat je al nooit dacht dat hij dat gedaan had, maar misschien is het toch handiger om uit haar buurt te blijven.
SHARE heeft veel moeite met het vinden van goede peers, maar stelt ook hoge eisen en heeft een uitgebreide wervingsaanpak. Jason vindt dat er nog geen goede opleiding is en dat veel van de huidige opleidingen teveel opleiden tot para-professionals. In vacatures vraagt SHARE om de ervaring die sollicitanten hebben met zelfhulp. Als een sollicitant daarin alleen beschrijft welke ervaring hij heeft met het begeleiden en faciliteren en zijn eigen ervaring als deelnemer buiten beschouwing laat, dan wordt hij niet geschikt bevonden. Ervaring met zelfhulp als deelnemer en deze ervaring kunnen en durven delen wordt als cruciaal gezien. Volgens Jason zijn er teveel ervaringsdeskundigen die menen te weten hoe herstel werkt.
Van peers wordt ook verwacht dat ze hun eigen issues onder controle kunnen houden. In de wervingsprocedures worden ze hier ook op bevraagd, bijvoorbeeld door te kijken hoe ze schakelen tussen het delen van een eigen traumatische ervaring en dan opeens over te schakelen naar een actuele situatie en door te kijken naar de congruentie van hun herstelverhaal. Daarnaast wordt ook gekeken in hoeverre ze aanwijzingen opvolgen, 'are you trainable?'
SHARE heeft zijn eigen trainingsmodulen ontwikkeld, omdat ze bij veel anderen vinden dat peers te veel in het reguliere medische model worden opgenomen, waarmee de ethiek van peer-support beschadigt raakt. Volgens Jason is binnen de reguliere geestelijke gezondheidszorg teveel stigma om goed herstelondersteunend te kunnen werken. Zelfs als dat niet zo zou zijn, vindt hij peer support (love) en professionele ondersteuning, hoewel allebei belangrijk, verschillende dingen. Hij gebruikt express het woord liefde, omdat hij dat als een cruciaal ingrediënt ziet voor herstelondersteuning. Dit vraagt veel van peers en daarom is het belangrijk dat zij aan zelfzorg werken.
Voor wie wil meer weten over zelfhulp in Nederland kan terecht bij zelfhulpnetwerken in bijvoorbeeld Brabant of Amsterdam of de onlangs verschenen publicatie Gesteund door zelfhulp lezen. Voor ons was het bezoek aan SHARE een goede manier om ons denken over zelfhulp, ervaringsdeskundigheid en herstelondersteuning weer op scherp te zetten, met dank aan de heldere visie van Jason. Als stille aanmoediging van zijn visie lopen we bij het naar buiten gaan langs de 'thank you May flowers, waarop mensen elkaar bedanken, voor van alles en nog wat.
SHARE was ons laatste werkbezoek in L.A., morgen vertrekken wij naar de Bay Area.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten