Amerika is een groot land, maar het groepje pioniers in ons vakgebied blijkt niet heel groot. Via verschillende routes komen wij in contact met Laysha Ostrow, post-doc onderzoekster bij de
![](http://3.bp.blogspot.com/-7hOjL5S1yI0/AAAAAAAAAAI/AAAAAAAAAAA/l6m_RnlfF3A/photo.jpg)
Eigenlijk zouden we de volgende dag de initiatiefnemers van het Bay Area Mandala project ontmoeten (o.a. Michael Cornwall) maar door persoonlijke omstandigheden aan hun kant gaat deze ontmoeting helaas niet door. Hopelijk een volgende keer.
Wat nemen we mee
De vorige keer dat wij in Amerika waren hebben wij gezamenlijke een stuk geschreven over wat we meenamen uit onze reis (laatste hoofdstuk in dit boekje). Deze keer een minder uitgebreide reflectie. Naast de vele specifieke inzichten, inspiratie en bemoedigende contacten zijn twee punten die overall zeer opvallen zijn: de positieve insteek die in het DNA van Amerikanen lijkt te zitten, samen met de grote focus op hiërarchische positie.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgTtMOFnRBKJM7GOq0VXpOzH0Jvv1-VEdB8v_SR0lOS-ubA6_xJl83oc4Fy7xgRNujI4GPkIuKY_tPvs6dvyes2S1oGsM8lDndSdP_bTFLSvwZ3pE9VEroYHmZ9KA4YOvW1sokRdDxvZPo/s1600/20140524_180535.jpg)
Amerika, zoals wij dat hebben leren kennen, is zonder twijfel het land waar iedereen kan dromen van zijn of haar grote doorbraak, ook, of misschien zelfs wel juist, na een crisis. Herstel sluit in die zin goed aan bij de mentaliteit van dit land. Tegelijkertijd blijft onvoorstelbaar hoe belangrijk positie is. Als de CEO of directeur spreekt, is de rest stil (only speak when spoken to). Ook in bijvoorbeeld restaurants is meteen duidelijk: degene bij de deur die je een tafel wijst is hoger in status dan degene die je bestelling opneemt, die weer hoger is dan degene die je bestelling brengt. Zelfs binnen peer-run organisaties komt dit terug. De afstand tussen uitvoerende medewerkers en de directie is misschien minder groot, maar het verschil in status is overduidelijk. Een stap omhoog in de hiërarchie, betekend ook een stap omhoog van je voormalige lotgenoten.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEheprKJFGTfRqXN-T3f5IY4EoLlag0nvo53wglIVnFCLp2HVB1D_fOKUsL5yN7zbhECUNhdxEl1iR6ByAGS0g1LwF8YrUXa4nWRE7zlFSuqm5acE85u2BYuDL-ROffjldIitCjLucod5eA/s1600/20140525_120957.jpg)
In jeugdzorg en pedagogiek is het positief opvoeden, het prominent benoemen van wat goed gaat en daar zoveel mogelijk op focussen, zeer prominent aanwezig. Met kinderen is het belang hiervan duidelijk en voor een deel ook natuurlijk (‘wat knap dat je dat al kan’). In kracht-/herstelgerichte benaderingen voor volwassen (strength-based, WRAP) is dit ook de bedoeling, maar het lijkt wat contrair aan onze socialisatie. Het voelt overdreven, ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’. Het is hier moeilijk voor te stellen dat we elke week een uur applaudisseren voor een ieder in onze gemeenschap die iets positiefs heeft meegemaakt. Waarom eigenlijk?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten