vrijdag 25 januari 2013

Krachtgericht ouder worden in Kansas

De Universiteit van Kansas huisvest het Institute of Aging and Long Term Care, waarmee we graag van gedachten wilden wisselen over hoe zij aankijken tegen het stimuleren van de eigen krachten van ouderen.


We komen de ruimte binnen en het hoofd van de afdeling, Rosemary Kennedy Chapin, zit al op ons te wachten samen met drie jonge onderzoekers. Omdat we aangeven geïnteresseerd te zijn in projecten rondom peer-support, vertellen ze eerst daar iets over. De geestelijke gezondheidszorg voor ouderen is in Amerika een ondergeschoven kindje. Het idee heerst dat ouderen door hun leeftijd niet meer te behandelen zijn en de meeste psychologen vinden ouderen niet de meest interessante doelgroep. Er zijn weinig behandelaars in de geestelijke gezondheidszorg die gespecialiseerd zijn in ouderen waardoor deze doelgroep vaak niet de hulp krijgt die ze nodig heeft. Vanuit het Institute of Aging and Long Term Care volgen ze een peer-project waarin vrijwilligers getraind worden om hun mede-ouderen de ondersteuning te bieden die ze nu missen, vanuit een krachtgerichte benadering. De vrijwilligers doorlopen met de oudere in kwestie een programma van 10 weken waarin ze kijken naar en werken aan de wensen en behoeften van de oudere. Het project is erg gericht op het koppelen van de oudere aan initiatieven in de gemeenschap die aansluiten bij waar de oudere behoefte aan heeft. Een belangrijk doel is het tegengaan van sociale isolatie en het opbouwen van betekenisvolle relaties. Binnenkort verschijnt hierover een artikel in The Gerontologist onder de titel ‘Reclaiming joy’. Ditzelfde project zijn ze op dit moment aan het uitproberen in ziekenhuissettings: door de inzet van vrijwilligers proberen ze heropnames te voorkomen. Ze hebben het idee dat de transitie van opname in een ziekenhuis naar het weer naar huis gaan een goed moment is om een oudere in contact te brengen met een vrijwilliger die samen met ze gaat kijken naar wat er nodig is om weer goed thuis te kunnen wonen.

Naar aanleiding van dit verhaal vertelden wij over de kansen die wij zelf ook zien in overgangssituaties en over de gedachten die we hebben gekregen hierover vanuit de Critical Time intervention, een beweging die voor hen nog onbekend is. Naar aanleiding van dit verhaal vertelden we ook over de toepassing van de Eigen Kracht-conferentie (EK-c) voor ouderen, aangezien we hiervan ook denken dat een EK-c het beste ingezet kan worden in overgangssituaties omdat het gevoel van urgentie op dat soort momenten vaak een grote rol gaat spelen. Hierin is dus veel herkenning tussen onze gastvrouwen en ons en blijkt het dat we op dezelfde manier naar mogelijkheden tot verandering in de levens van ouderen kijken. We vroegen wat voor moeilijkheden ze hierbij tegenkwamen en ze gaven aan dat dat voornamelijk zit in spanningen tussen families en professionals. Ook dit is voor ons herkenbaar, aangezien we regelmatig hebben gezien dat volwassen kinderen niet mee willen werken aan de EK-c van hun vader of moeder.

Een ander project waar het instituut zich mee bezig houdt richt zich op all inclusive care voor ouderen. Het is een model dat lijkt op dagbehandeling, ouderen komen een aantal dagen per week en alle diensten die ze nodig hebben kunnen ze daar krijgen, zoals zorg vanuit de huisarts, lange termijn zorg, geestelijke gezondheidzorg etc. Wanneer ouderen zelf niet naar de voorziening toe kunnen komen, leggen ze ook huisbezoeken af. Het doel van dit programma is om geld te besparen en het instituut onderzoekt of dit doel bereikt wordt.

 Het instituut kijkt ook naar ‘diversion and community tenure’. Dit houdt in dat ze ouderen volgen die niet worden toegelaten tot een verzorgingshuis. Ze kijken naar de reden waarom mensen niet toegelaten worden, en naar de manier waarop ze zich in de vijf jaar daarna redden in de gemeenschap. Vaak blijven mensen gedurende al die vijf jaar in de gemeenschap wonen en is opname inderdaad niet nodig. Inmiddels heeft het instituut de opdracht gekregen vanuit de Amerikaanse overheid om een overkoepelend assessment instrument te ontwikkelen waarmee voor verschillende doelgroepen bepaald kan worden of ze hulp of ondersteuning nodig hebben en hoeveel dan. Ze zijn van plan dit instrument vanuit de krachtgerichte benadering te ontwikkelen.

Op onze vraag hoe professionals het vinden om krachtgericht te werken geven ze aan dat de opleiding die professionals krijgen inmiddels in sterke mate dat uitgangspunt heeft. Echter, wanneer professionals het werkveld in gaan, komen ze er achter dat de organisaties waar ze terecht komen daar niet op ingesteld zijn en worden ze vaak teleurgesteld. Wij geven aan dat het bij ons iets anders werkt. Onze opleiding is nog gericht op het onderzoeken van problemen terwijl in het werkveld steeds meer wordt gevraagd om competentiegericht of vanuit de eigen kracht benadering te werken. Professionals in Nederland vinden dat vaak een moeilijke stap om te maken. Ons wordt duidelijk dat de opleiding inderdaad een belangrijke rol kan spelen, maar dat de manier waarop de organisatie ingericht is wel volgens dezelfde uitgangspunten moet werken om het krachtgericht werken tot zijn recht te laten komen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten