vrijdag 25 januari 2013

Everybody can acces, only no one can enter - San Francisco government, Human Services Agency

In de afgelopen weken hebben we ontwikkelaars, adviseurs, onderzoekers, hoogleraren, consumers, peers, practicioners en managers ontmoet. Het overheidsperspectief ontbreekt echter. Daarom hebben we een afspraak gemaakt bij de Human Services Agency van San Francisco, vergelijkbaar met de Dienst Wonen, Zorg en Samenleven in Amsterdam. Daar ontmoeten we Cindy Ward en Alison Schlageter, beide medewerkers van de Housing & Homeless Services. Zij zijn de voornaamste dienst van de lokale overheid als het gaat om maatschappelijke opvang, al zijn er ook een aantal andere dienst bij betrokken (bijvoorbeeld Public Health). 

Maatschappelijke opvang is een 'hot item' in San Francisco, bijna elke dag staat er wel een aan dit onderwerp gerelateerd item in de krant. Dat is soms onhandig, maar zorgt er wel voor dat er relatief veel politieke aandacht voor is en middelen voor beschikbaar zijn. De aandacht is daarbij vooral voor het overlast aspect (bedelen, schreeuwen, slapen in publieke ruimte) maar er is een actieve belangenbehartigingsgemeenschap die aandacht vraagt en krijgt voor onderliggende problemen, zoals een tekort aan goedkope huisvesting en gentrificatie processen. Wat interessant is, is dat politie agenten in hun opleiding een training krijgen in het werken met daklozen, om waar mogelijk te de-escaleren en arrestatie te voorkomen. Daarnaast kunnen burgers en ondernemers een publiek nummer bellen (311) om daar een zorg- en/of overlast melding te doen. Dan komt er een outreach worker die met de persoon in kwestie contact probeert te maken. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan beide partijen zonder dat de dakloze gecriminaliseerd wordt.

Het overgrote deel van de maatschappelijke opvang wordt betaald vanuit lokale belastingen, aangevuld met staats- en overheidsgeld. Dit wordt ingezet om een 'continuüm of care' aan te bieden, van 'prevention of homelessness to ending homelessness'. De financiering gaat vooral via grants voor organisaties, maar ook via directe ondersteuning aan burgers en door het zelf bieden van diensten en huisvesting. Opvallend is dat bij die grants een grote voorkeur wordt gegeven aan organisaties die werken met peers, bijvoorbeeld als community mental health workers.

In principe is de maatschappelijke opvang voor iedereen toegankelijk, een bewijs van diagnose, regiobinding, dakloosheid etc. is niet nodig. Er zijn circa 1200 bedden voor alleenstaanden en circa 400 plekken voor families. Deze bedden zijn verdeeld over een aantal shelters, waarvan de grootste circa 300/400 bedden hebben. Er wordt niet actief geprobeerd mensen uit de opvang te houden, bijvoorbeeld door te kijken welke andere mogelijkheden iemand heeft. Iedereen die een bed wil, kan dat krijgen. Probleem is dat de maatschappelijke opvang verstopt is, er is erg weinig uitstroom. Binnen de algemene opvang is er nog enige stroming, van mensen die tussendoor of langdurig ergens anders heen gaan, maar zeker binnen de gezinsopvang is er alleen plek als een gezin is uitgestroomd, wat lange tijd kan duren. In San Francisco slapen op een gemiddelde nacht tussen de 3.000 en 5.000 mensen buiten (ter vergelijking, San Francisco is ongeveer even groot als Amsterdam, waar maximaal een paar honderd mensen buiten slapen).

Doordat de relatieve kwaliteit van de opvang in San Francisco hoger is dan die van omliggende gebieden, komen er ook mensen van buiten naar de stad. Circa 60% van de gasten in de opvang is van lokale oorsprong. Daarom is het programma Homeward Bound begonnen. Mensen die van buiten San Francisco komen wordt aangeboden om te onderzoeken of zij terug kunnen naar huis, als daar opvang mogelijk is binnen bijvoorbeeld een sociaal netwerk. Als dit het geval is krijgen zij een busticket naar huis.

Een groot probleem is dat de kosten van levensonderhoud zeer hoog zijn. Een klein appartement met één slaapkamer kost al snel $2000,- per maand. Ook boodschappen etc. zijn duur (dat was ons zelf ook al opgevallen bij het afrekenen in de supermarkt). Doordat San Fransisco erg populair is bij hoger opgeleiden en er weinig ruimte is voor uitbreiding, is er in grote mate sprake van gentrificatie. Mensen met een lagere opleiding (of geen) komen er niet tussen op de arbeidsmarkt, of alleen aan de onderkant, waardoor ze niet genoeg verdienen om een huis te krijgen of houden. Sociale woningbouw is er niet of nauwelijks. De gemeente probeert wel met huursubsidie bij te springen, maar het verschil tussen wat mensen kunnen betalen en wat ze moeten betalen is zo groot, dat dit de overheid veel geld kost. De kans dat mensen genoeg gaan verdienen om zelfstandig de huur te gaan betalen is niet heel groot. 

De gemeente volgt verschillende strategieën om hieraan het hoofd te bieden. Waar mogelijk wordt mensen die ontruimd dreigen te worden door huurschuld ondersteuning geboden. De ondersteuning richt zich echter vooral op mensen die het echt niet zelfstandig redden maar die wel te redden zijn, een gerichte benadering. Daarnaast is het projectontwikkelaars bij wet verplicht een percentage van hun omzet in te zetten voor publieke huisvesting, in hetzelfde gebouw of ergens anders. Dit heet  'Inclusionary Zoning'. De gemeente kijkt ook naar omliggende steden, of mensen daar kunnen wonen. In sommige gevallen betekent dit dat mensen verder van de ondersteunende organisatie wonen, maar waar mogelijk wordt bij plaatsing wel gekeken of mensen binnen een wijk kunnen wonen waar ze sociale binding hebben, om isolatie tegen te gaan. 

De gemeente koopt ook zelf hotels, hostels en dergelijke, knapt die op en verhuurt die als single occupancy rooms (sro). Dit zijn kleine studio's met gedeelde voorzieningen als badkamer en wc. Meer daarover in de post over Direct Acces to Housing (volgt). Op dit moment zijn er tussen de 5.000 en 6.000 van dit soort plekken in San Francisco. In toenemende mate zijn die vooral voor mensen die in de meest kwetsbare positie zitten. 

Opvallend is dat de gemeente gevangen lijkt tussen goede bedoelingen (iedereen de ondersteuning bieden die ze nodig hebben, zoveel mogelijk ondersteuning bij het zelfstandig wonen) en de realiteit van gentrificatie, oplopende kosten en een grote omvang van de problematiek. Onduidelijk is wat dit betekent voor bijvoorbeeld mensen die minder in staat zijn om zich toegang te verwerven tot services. Dit is de andere kant van het OGGz criterium waar in Nederland veel discussie over is (maatschappelijke opvang is bijna alleen nog maar toegankelijk voor mensen met aantoonbare psychiatrische en / of  verslavingsproblematiek). Als je daar niet in filtert is de vraag of zij die de ondersteuning het meest nodig hebben, die wel krijgen, al is het ook de vraag of je in shelters van 300 bedden wel de ondersteuning krijgt die je nodig hebt. De filosofie dat iedereen welkom is, is een mooie, maar als het er in de praktijk toe leidt dat het hele systeem verstopt, is de praktische waarde niet erg hoog.


Voor meer informatie over maatschappelijke opvang in San Francisco:


Geen opmerkingen:

Een reactie posten